Direct naar inhoud
Fietsersbond Capelle

Nota van Antwoord op NRD Oeververbindingen

Gepubliceerd op:

In juli 2020 is de Nota van Antwoord verschenen, waarin ingegaan wordt op de ingediende zienswijzen op de NRD (Nota Reikwijdte en Detailniveau) “Oeververbindingen Regio Rotterdam”. Ook wij als afdeling Capelle van de Fietsersbond hebben zo’n zienswijze ingediend, maar ook onder andere de afdeling Rotterdam, en natuurlijk de gemeente Capelle. Het grootste deel betreft het probleem Brienenoordbrug, en de nieuwe verbinding tussen Kralingen en Rotterdam-Zuid. Maar ook de Algera-corridor, die een van de grootste verkeersproblematieken in Nederland omvat, krijgt de nodige aandacht. Op die laatste was ook onze zienswijze voornamelijk gericht.

Gezien de ambtelijke fase van het proces is het niet verwonderlijk dat in de Nota allerlei zaken in algemene zin worden besproken, en beloofd dat een aantal zaken mede onderzocht gaat worden. Voor de fietsverbinding naar Krimpen aan den IJssel oa dat zowel de huidige situatie wordt onderzocht op verbeteringen, maar ook de mogelijkheid van een aparte fietsbrug in plaats van het fietspad op de brug, die dan over een extra baan voor auto’s krijgt (De gemeente Krimpen aan den IJssel is daar voorstander van, maar het is nog lang niet beslist). Ook de mogelijkheid van voet/fietsveren wordt weer onderzocht (plannen hiervoor zijn door de weigering tot meewerken van Krimpen een paar jaar geleden gestrand).

Hieronder een aantal citaten uit de Nota die van belang zijn voor de fiets en OV, met name op de Algera-corridor.

 

In het maatregelenpakket ‘opwaarderen corridor’ wordt ook gekeken naar een verbindingsweg tussen de Lekdijk en de N210. Die maatregel – in de zienswijze specifieker ingevuld als ontsluitingsweg vanaf de rotonde ‘Carpe Diem’ naar de dijk (‘De Noord’) – wordt dus verder onderzocht in de MIRT-verkenning.

 Uit het onderzoek aan het begin van deze MIRT-verkenning (begin 2019) bleek dat de knelpunten op de Algeracorridor op te lossen zijn door het nemen van maatregelen op de Algeracorridor zelf en/of maatregelen gericht op een verandering van vervoerswijze. Voor het oplossen van het knelpunt zijn geen maatregelen noord- en oostwaarts (N219) richting de A20 nodig.

Het invloedgebied kiezen we zo, dat de (verkeers) effecten in het gebied om de maatregelen uit de MIRT-verkenning heen meegenomen worden in het onderzoek. Kralingsveer, Kralingsplein en de N210 richting Krimpenerwaard maken hier onderdeel vanuit als er (verkeers)effecten zijn. Als blijkt dat er nieuwe verkeersknelpunten ontstaan, bespreken de initiatiefnemers van de MIRT-verkenning dit samen met de betrokken gemeenten bij de Algeracorridor.

Een van de doelen van de MIRT-verkenning is het verbeteren van de bereikbaarheid en oplossen van de knelpunten (onder andere) in het OV. We weten nog niet hoe de snelle OV-verbinding eruit komt te zien. We onderzoeken in de verkenning nog diverse mogelijkheden voor de OV-verbinding (zoals bus, tram, metro, ondergronds, bovengronds, diverse tracés). Daarbij kijken we naast het effect op OV ook naar het effect op het autoverkeer.

 Effecten op gemeentelijke en provinciale wegen worden met regionale verkeersmodellen inzichtelijk gemaakt. Voordat deze modellen worden ingezet toetsen we deze eerst extra op actualiteit en passen we ze waar nodig aan. Hierbij worden onder andere de gemeenten (Krimpenerwaard, Capelle en Krimpen) betrokken.

 Het maatregelenpakket ‘verandering van vervoerwijze’ is één van de bouwstenen van de Algeracorridor. Het richt zich in het bijzonder op het openbaar vervoer en de fiets. We onderzoeken welke OV-maatregelen nodig zijn (en of dit bijvoorbeeld een uitbreiding van de Parkshuttle zou kunnen zijn). Uit het onderzoek in de pre-verkenning is naar voren gekomen dat gedragsbeïnvloeding (bijvoorbeeld door vraagbeïnvloeding of prijsinstrumenten) één van de mogelijke maatregelen zou kunnen zijn om het knelpunt Algeracorridor op te lossen.

 De kansen voor veerdiensten onderzoeken we als onderdeel van het maatregelenpakket ‘verandering van vervoerwijze’ voor de Algeracorridor.

Hierbij kijken we naar mogelijkheden voor voet- en fietsveren en optimalisatie van de Hollandsche IJsselveren. Bij het verder ontwikkelen van de bouwstenen doen we onderzoek naar de effectiviteit van aanpassingen aan of uitbreidingen van de veerdiensten. Als daaruit blijkt dat dit bijdraagt aan het oplossen van de knelpunten op de Algeracorridor, onderzoeken we in de eerste fase van de verkenning welke effecten er te verwachten zijn.

In de NRD vullen we de bouwsteen Algeracorridor aan met de mogelijkheden voor voet- en fietsveren en de optimalisatie van de Hollandsche IJsselveren.

 Het startpunt daarbij is het aanpassen van de huidige Algerabrug. Mocht blijken dat dit niet kan dan wordt vervangen van de Algerabrug onderzocht. We onderzoeken niet de mogelijkheden van een tunnel of een tweede Algerabrug. Uit het onderzoek zal blijken welke maatregelen het meest een bijdrage leveren aan het verbeteren van de verkeersdoorstroming. Deze maatregelen worden vervolgens onderdeel van de Voorkeursbeslissing.

 Een nieuwe fietsbrug is een maatregel die we in de verkenning verder uitwerken en onderzoeken. Uit de verkenning moet blijken of de huidige capaciteit voldoet. Het goed laten aansluiten op bestaande fietsinfrastructuur maakt daar onderdeel van uit. Ook kijken we daarbij naar de mogelijkheden om de fietsverbindingen aantrekkelijker te maken. Het hellingspercentage van een nieuwe oeververbinding nemen we mee in het ontwerp van een eventuele fietsbrug op de Algeracorridor. Het hellingspercentage is afhankelijk van welke vervoerstypen over de brug gaan: fietsen stelt andere eisen dan alleen auto’s. Een verlaging van de Algerabrug is daarbij niet aan de orde gezien de benodigde doorvaarthoogte.

Bij het uitwerken en onderzoeken van de fietsbrug kijken we naar de gewenste inrichting en welk verkeer er gebruik van kan maken. Daarbij hanteren we de wettelijke kaders (zoals de Wegenverkeerswet). Die staat motoren op het fietspad niet toe.

 We onderzoeken de mogelijkheden voor langzaam verkeer – fiets en voetgangers – in de MIRT-verkenning. Daarbij kijken we ook naar inpassing en het kruisen van bestaande infrastructuren (die een obstakel kunnen zijn voor fietsers en voetgangers). Ook kijken we of we in de fietsroutestructuur rond de oeververbinding verbeteringen kunnen aanbrengen om de oeververbinding optimaal te laten functioneren voor de fiets.

 Voor het aanpakken van de knelpunten op de Algeracorridor kijken we onder andere naar verbeteringen van fietsroutes en fietsenstallingen om de kwaliteit voor de fiets te vergroten. 

Voor wie geïnteresseerd is in de complete Nota van Antwoord, deze is te vinden op de site www.oeververbindingen.nl  , evenals de herziene NRD en tal van andere interessante documenten.